overspraak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overspraak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·spraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overspraak overspraken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deoverspraakv/m

  1. elektromagnetische interferentie tussen verschillende signalen, bijvoorbeeld tussen het linkerkanaal en rechterkanaal van een stereosignaal

Gangbaarheid

  • Het woord 'overspraak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.