pågripe
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡpoːgɾiːpə/
Woordafbreking
- på·gri·pe
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Noorse woord gripe met het voorvoegsel på-.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pågripe |
pågriper |
pågrep pågreip |
pågrepet |
Klasse 1 sterk |
Werkwoord
pågripe
- overgankelijk (juridisch) aanhouden, arresteren, inrekenen, klissen, oppakken
- «Franske piratjegere pågrep 22 somaliere.»
- Franse piratenjagers arresteerden 22 Somaliërs.
- «Franske piratjegere pågrep 22 somaliere.»
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.