paarsig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paarsig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈparsəx/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈparsəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈparsəx/
Woordafbreking
  • paar·sig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van paars met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen paarsigpaarsigerpaarsigst
verbogen paarsigepaarsigerepaarsigste
partitief paarsigspaarsigers-

Bijvoeglijk naamwoord

paarsig

  1. een beetje paars
    • Na zijn val had zijn gezicht iets paarsigs. 
  2. op paars lijkend
    • Dit blauw is bijna paarsig. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paarsig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.