pagar

Indonesisch

Woordafbreking
  • pa·gar
Woordherkomst en -opbouw
  • wellicht verwant aan Hindi बाड़ा (bāṛā) "schutting, heg"

Zelfstandig naamwoord

pagar

  1. (bouwkunde) schutting, hek
  2. heg


Portugees

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pagar
pagava
pagado
volledig

Werkwoord

pagar

  1. betalen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pa·gar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pagar
pagaba
pagado
volledig

Werkwoord

pagar

  1. onovergankelijk betalen, afrekenen
  2. overgankelijk betalen, uitbetalen, afbetalen
  3. terugbetalen, vergelden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.