pakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pakte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑktə/
Woordafbreking
  • pak·te

Werkwoord

vervoeging van
pakken

pakte

  1. enkelvoud verleden tijd van pakken
    • Ik pakte. 
    • Jij pakte. 
    • Hij, zij, het pakte. 

Gangbaarheid

  • Het woord pakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /paktɛ/

Zelfstandig naamwoord

pakte

  1. vocatief enkelvoud van pakt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.