paleoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paleoloog    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌpalejoˈlox/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pa·leo·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paleoloog paleologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depaleoloogm

  1. iemand die zich in het verre verleden verdiept
    • Gwilda Holmes heeft de verbeeldingskracht van een doorgewinterde paleoloog.  [1]
  2. iemand die oude handschriften bestudeert
    • Hij las probleemloos Middelnederlands, Oudfrans en middeleeuws Latijn en was een prima paleoloog. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'paleoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.