parmantig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parmantig    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɑrˈmɑntəx/
Woordafbreking
  • par·man·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zelfbewust’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
  • afgeleid van premant (stoutmoedig) met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen parmantigparmantigerparmantigst
verbogen parmantigeparmantigereparmantigste
partitief parmantigsparmantigers-

Bijvoeglijk naamwoord

parmantig

  1. deftig en trots
    • Die jongen loopt erg parmantig. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • parmantig omhoog gestoken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord parmantig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.