paseo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pa·se·o
enkelvoud meervoud
paseo paseos

Zelfstandig naamwoord

paseo m

  1. wandeling
  2. rit, tocht

Werkwoord

vervoeging van
pasear

paseo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pasear

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.