wandeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wandeling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑndəˌlɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.də.lɪŋ/
Woordafbreking
  • wan·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van wandelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord wandeling wandelingen
verkleinwoord wandelingetje wandelingetjes

Zelfstandig naamwoord

dewandelingv

  1. het lopend afleggen van een bepaalde afstand
    • Een jonge poolvos heeft Noorse onderzoekers versteld doen staan met een zeer lange én snelle wandeling. Het dier liep - over land, gletsjers en zee-ijs - van Noorwegen naar Canada en legde de in totaal 3.506 kilometer af in 76 dagen. ,,We konden onze ogen niet geloven.” [1] 
     Gelukkig had mijn vrouw daar geen probleem mee omdat ze zelf kort ervoor een lange wandeling naar Santiago de Compostela had gemaakt.[2]
  2. (verouderd), (regionaal) conversatie, gesprek (alleen nog in de uitdrukking in de wandeling[3])
Hyponiemen

[1]

Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wandeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Kees Graafland 02-07-19 Poolvos doet het onmogelijke: loopt in recordtijd van Noorwegen naar Canada
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. De twee beteekenissen van kuieren, J. van Ginneken, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 46 (1927), p. 188
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.