passeerstrook

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  passeerstrook    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pas·seer·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord passeerstrook passeerstroken
verkleinwoord passeerstrookje passeerstrookjes

Zelfstandig naamwoord

depasseerstrookv/m

  1. (verkeer) een plaatselijke wegverbreding waar het snellere verkeer langzaam verkeer (zoals een tractor) kan inhalen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.