pasteuriseren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pasteuriseren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpɑstøriˈzerə(n) / (5 lettergrepen)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pasteuriseren |
pasteuriseerde |
gepasteuriseerd |
zwak -d | volledig |
Woordafbreking
- pas·teu·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
pasteuriseren
- (voeding) voedsel kort verhitten om schadelijke bacteriën te doden
Toegepast in de voedselindustrie op bederfelijke producten om die langer houdbaar te maken zonder schade aan de smaak en structuur
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord pasteuriseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pasteuriseren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "pasteuriseren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pasteuriseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.