pasu

Nedersorbisch

Zelfstandig naamwoord

pasu

  1. locatief enkelvoud van pas

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pasʊ/
Woordafbreking
  • pa·su

Zelfstandig naamwoord

pasu

  1. genitief enkelvoud van pas
  2. datief enkelvoud van pas
  3. locatief enkelvoud van pas
Synoniemen
  1. pase

Zelfstandig naamwoord

pasu

  1. genitief enkelvoud van pás
  2. datief enkelvoud van pás
  3. locatief enkelvoud van pás
Synoniemen
  1. pase

Werkwoord

pasu

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pást
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.