patronaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  patronaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·tro·naat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patronaat patronaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetpatronaato

  1. baas of beschermheer zijn
  2. de stand (het geheel) van de werkgevers
    • De kerk, de universiteit, de gevestigde cultuurhuizen, het ‘patronaat’, de zuil ... geen enkel machtscenakel was veilig voor de sloophamer. De burger eiste het recht op persoonlijke keuzes, op individuele autonomie op. Met succes, getuige het lange haar, de korte rokken, de ongebonden seks, de leegloop van de kerken. [2] 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • patronaatschap, patronaatsgebouw, patronaatsrecht
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord patronaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.