payrolling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: payrolling (hulp, bestand)
- IPA: / peːrolɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- pay·rol·ling
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels payrolling ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | payrolling | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de payrolling v
- (bedrijfskunde) vorm van inhuur waarbij de mensen die voor een bedrijf werken in dienst zijn van een ander bedrijf dat zich toelegt op vervullen van de rol van werkgever
- ▸ De flexibilisering van de arbeidsmarkt heeft geleid tot een nieuwe vorm van werkgeverschap die snel aan populariteit wint: payrolling. Daarbij besteedt de werkgever het juridische werkgeverschap van zijn personeel uit aan een zogeheten payrollbedrijf. Dat neemt alle administratieve rompslomp uit handen: het regelt een contract, betaalt premies en is verantwoordelijk voor de werknemer als deze ziek wordt, van ziekmelding tot reïntegratie. De feitelijke werkgever doet alleen de werving, aansturing en beoordeling van de werknemer en betaalt enkele procenten van de loonsom aan het payrollbedrijf.[1]
Gangbaarheid
- Het woord payrolling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Friederike de Raat“Weg met de papierberg, ga lekker payrollen!” (10 maart 2012) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.