pegels

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pegels    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpeɣəls/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pe·gels
Woordherkomst en -opbouw
  •  pegel zn  met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

depegelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pegel
  2. alleen meervoud (straattaal) geld, poen, pingping
     Eerst nog even het wekelijkse aanbiedingenfoldertje van AH raadplegen. Want dat bespaart je heel wat pegels, als je goed oplet.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord pegels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Gerard Janssen - HipKip” (22 oktober 2008) op ed.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.