perpetrator

Engels

  • IPA:
Woordafbreking
  • per·pe·tra·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
perpetrator perpetrators

Zelfstandig naamwoord

perpetrator

  1. (misdaad) dader, pleger (v.e. misdrijf)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.