phishing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  phishing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • phi·shing
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord phishing -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetphishingo

  1. vorm van cybercriminaliteit waarbij de crimineel probeert gegevens van het slachtoffer te bemachtigen met het doel diens bankrekening te plunderen
    • De schade door phishing is in het eerste halfjaar met 29 procent toegenomen vergeleken met de tweede helft van vorig jaar. Het totale schadebedrag bedroeg 2,8 miljoen euro.[1] 
Hyponiemen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord phishing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.