picador

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  picador    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pi·ca·dor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘stierenvechter te paard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord picador picadors
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depicadorm

  1. ruiter die bij stierengevechten de stier met lansen steekt
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord picador staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.