pijnlijkheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pijnlijkheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pijn·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijnlijkheid | pijnlijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pijnlijkheid v [1]
- de mate waarin iets beschamend is
- de mate waarin iets pijn doet
- ▸ 'Wist je dat dit jouw magie was, liefste?' Het lukte haar door de pijnlijkheid van haar keel heen te spreken.[2]
- iets dat beschamend is
Gangbaarheid
- Het woord pijnlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Marion Eleanor Zimmer Bradley“Nevelen van Avalon” (1982), De Boekerij , ISBN 9022529649
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.