pirouette

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pirouette    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌpiruˈwɛt(ə)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pi·rou·et·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘draai’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pirouette pirouetten
pirouettes
verkleinwoord pirouettetje pirouettetjes

Zelfstandig naamwoord

depirouettev/m [3]

  1. (dans) snelle draai op één voet bij het dansen of kunstschaatsen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pirouette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

vervoeging van
pirouetter

pirouette

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van pirouetter
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van pirouetter
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van pirouetter
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.