pits
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pits (hulp, bestand)
- IPA: / pɪts / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- pits
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pits | - |
verkleinwoord | pitsje | pitsjes |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de pits mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pit: "werkplaats langs een circuit voor auto- of motorsport"
- (sport) gebied langs de racebaan waar de voertuigen die aan de race deelnemen kunnen stoppen om te tanken en voor kleine reparaties en bandenwissel
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pitsen |
pits
Gangbaarheid
- Het woord pits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.