pittig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pittig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɪtəx / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- pit·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pittig | pittiger | pittigst |
verbogen | pittige | pittigere | pittigste |
partitief | pittigs | pittigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pittig
- moeilijk
- Dit tentamen was pittig, maar wel te maken.
- (voeding) stevig en scherp van smaak
- Belegen kaas is pittiger dan jonge.
- hard, brutaal en/of niet zachtzinnig, veel pit [4] bezittend
- De VVD voert een pittige campagne. Een Belgische reclameman helpt de liberalen. [1]
- (van personen) die (verbaal of fysiek) zijn of haar mannetje staat, zich goed weet te verweren
Vertalingen
1. niet te onderschatten
2. stevig en scherp van smaak
Gangbaarheid
- Het woord pittig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pittig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Reformatorisch Dagblad Gerard Vroegindeweij 21-1-2019Het knettert in de coalitie dankzij reclameman
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.