plaatsing

Nederlands

Uitspraak

Geluid: plaatsing (hulp, bestand)

Woordafbreking

plaat·sing

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van plaatsen met het achtervoegsel -ing^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plaatsing	plaatsingen
verkleinwoord	plaatsinkje	plaatsinkjes

Zelfstandig naamwoord

de plaatsing v

het plaatsen van iets of iemand (op de passende of gewenste plaats)

Hyponiemen

geldplaatsing

Afgeleide begrippen

plaatsingsbureau, plaatsingscommissie, plaatsingslijst

Vertalingen

1.

Spaans: colocación ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord plaatsing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plaatsing" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.^[2]

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.