plager

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plager    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van plagen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord plager plagers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deplagerm

  1. iemand die iemand anders kwelt
    • De vervelende jongen was een plager die alle meisjes aan de haren trok. 
  2. iemand die iemand anders op een goedaardige wijze lastig valt
    • Hij is een vrolijke plager die zelf ook wel tegen een grapje kan. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • dierenplager

Gangbaarheid

  • Het woord plager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.