plagiaris

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plagiaris    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·gi·a·ris
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘die plagiaat pleegt’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Latijnse plagiare met het achtervoegsel -aris [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord plagiaris plagiarissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deplagiarism

  1. iemand die plagiaat pleegt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord plagiaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.