plannenmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plannenmaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plan·nen·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van plan en Naamwoord van handeling van maken met het invoegsel -en-
enkelvoud meervoud
naamwoord plannenmaker plannenmakers
verkleinwoord plannenmakertje plannenmakertjes

Zelfstandig naamwoord

deplannenmakerm

  1. (beroep) iemand die iets voorbereidt dat later kan worden uitgevoerd.
    • De plannenmaker had geen rekening gehouden met de bezwaarschriften die zouden kunnen worden ingediend. 
    • De drie plannenmakers hadden alle drie een ander voorstel gedaan zodat de gemeenteraad echt iets te kiezen had. 
Synoniemen
  1. ontwerper, beramer, planner

Gangbaarheid

  • Het woord plannenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.