plebisciet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plebisciet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ple·bis·ciet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volksbesluit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1865 [1]
- met het achtervoegsel -iet [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | plebisciet | plebiscieten plebisciets |
| verkleinwoord | plebiscietje | plebiscietjes |
Zelfstandig naamwoord
het plebisciet o
- (politiek) volksstemming (over een overheidsdaad)
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord plebisciet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plebisciet" herkend door:
| 29 % | van de Nederlanders; |
| 46 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "plebisciet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plebisciet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.