plekke
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plekke (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplɛkə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- plek·ke
Woordherkomst en -opbouw
- plek zn met de uitgang -e
Zelfstandig naamwoord
plekke
- datief vrouwelijk van plek, op die plaats
- Hij was al snel ter plekke.
- We hebben de laatste ontwikkelingen hier live bijgehouden voor je, inclusief video's, achtergrondinformatie en commentaar van onze verslaggevers ter plekke. Het liveblog is inmiddels gesloten, maar hieronder valt alles terug te lezen. [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plekken |
plekke
- aanvoegende wijs van plekken
Gangbaarheid
- Het woord plekke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 24 jun. 2019 Van der Weijden flikt het: ‘Van bijna elke slag genoten!’
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
plekke
Urkers
Zelfstandig naamwoord
plekke
Veluws
Zelfstandig naamwoord
plekke
West-Vlaams
Zelfstandig naamwoord
plekke
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.