plotseling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plotseling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plot·se·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onverhoeds’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
  • Afgeleid van plots met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen plotselingplotselingerplotselingst
verbogen plotselingeplotselingereplotselingste
partitief plotselingsplotselingers-

Bijvoeglijk naamwoord

plotseling

  1. snel en onverwacht
    • De plotselinge voetganger werd bijna door de auto geraakt. 
     Zo was de eenvoudige monnik uit Myra, die in de vierde eeuw plotseling in de geschiedenis kwam als de weldoener van alle mensen - en er korte tijd later weer uit verdween - nu in oost en west bekend.[2]
Vertalingen

Bijwoord

plotseling

  1. snel en onverwacht
    • Plotseling werden we aangevallen door een groep jongeren. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plotseling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.