plum
Engels
Uitspraak
- Geluid: plum (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /plʌm/
Woordafbreking
- plum
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelengels plomme / ploume van Angelsaksisch plume; cognaat met "pruim" dat ook teruggaat op Latijn prunum
enkelvoud | meervoud |
---|---|
plum | plums |
Zelfstandig naamwoord
plum
- (bloemplanten) pruimenboom, Prunus domestica
- (fruit) pruim, vrucht van Prunus domestica of daarop lijkende vrucht van verwante planten
- (figuurlijk) meest aantrekkelijke exemplaar of optie, neusje van de zalm
- (kleur) roodpaarse tint
Gangbaarheid
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "plum" herkend door:
100 % | van de Amerikanen; |
99 % | van de Britten.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.