pluste en minde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pluste en minde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈplʏste ɛˈmɪndə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plus·te en min·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
plussen en minnen

pluste en minde

  1. enkelvoud verleden tijd van plussen en minnen
    • Ik pluste en minde. 
    • Jij pluste en minde. 
    • Hij, zij, het pluste en minde. 
     De oud-veehouder pluste en minde wat af. "Om quitte te draaien, moet ik elke week voor minstens vijftienduizend euro verkopen. Gezien alle positieve reacties denk ik dat dit gaat lukken."[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'pluste en minde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Tricht content met Attent” (22 oktober 2010) op gelderlander.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.