plussen en minnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plussen en minnen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈplʏsə(n) ɛˈmɪnə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plus·sen en min·nen
Woordafbreking

Zelfstandig naamwoord

deplussen en minnenmv

  1. geheel van gunstige en ongunstige ontwikkelingen of aspecten
     We hebben gezegd: we moeten heel eerlijk zijn, met alle plussen en minnen en met alles dat goed en fout ging de afgelopen jaren.[2]
Synoniemen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
plussen en minnen
pluste en minde
geplust en gemind
zwak -d/t volledig

Werkwoord

plussen en minnen

  1. inergatief berekeningen of precieze afwegingen maken als voorbereiding op een beslissing
     NAM en Rijk moeten hun verantwoordelijkheid nemen en bij het zoeken naar oplossingen niet eindeloos gaan plussen en minnen.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord 'plussen en minnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. plus op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Dinand Woesthoff interview
    “Dinand Woesthoff ging diep voor boek” (22 april 2011) op nu.nl
  3. Weblink bron
    Max van den Berg (geciteerd)
    “‘Aardbevingscompensatie moet omhoog naar 2 miljard’” (25 oktober 2014) op nu.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.