pluvier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pluvier    (hulp, bestand)
  • IPA: /plyˈvir/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plu·vier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pluvier pluvieren
verkleinwoord pluviertje pluviertjes

Zelfstandig naamwoord

depluvierv/m

  1. (steltloperachtigen) benaming voor alle vogels uit de geslacht Charadrius , vrij gedrongen steltlopers met een korte nek en lange, meestal puntige vleugels
  2. (steltloperachtigen) benaming voor sommige steltlopers, orde Charadriiformes  buiten het geslacht Charadrius  die daarop lijken
Synoniemen
  • plevier (gangbare vorm in de nomenclatuur)
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • bontbekpluvier
  • goudpluvier
  • kleine pluvier
  • koetpluvier
  • monnikpluvier
  • morinelpluvier
  • steenpluvier
  • strandpluvier
  • vorkstaartpluvier
  • zandpluvier
  • zeepluvier
  • zilverpluvier
  • zwaluwpluvier
Afgeleide begrippen
  • pluviervogel
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: plevier   

Gangbaarheid

  • Het woord pluvier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.