poder

Catalaans

Uitspraak
  • IPA: /puˈðe/
stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
puc podia pogut
2e vervoeging volledig onregelmatig

Werkwoord

poder

  1. kunnen
  2. mogen
enkelvoud meervoud
poder poders

Zelfstandig naamwoord

poder m

  1. vermogen

Portugees

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poder
podia
podido
volledig

Werkwoord

poder

  1. kunnen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /poˈðeɾ/
Woordafbreking
  • po·der
enkelvoud meervoud
poder poderes

Zelfstandig naamwoord

poder m

  1. macht, invloed
  2. kracht, vermogen
Synoniemen
  • [1] potestad
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poder
podía
podido
volledig

Werkwoord

poder

  1. overgankelijk, hulpwerkwoord kunnen, in staat zijn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.