poelier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poelier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • poe·lier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘handelaar in geslachte vogels en wild’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1571 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord poelier poeliers
verkleinwoord poeliertje poeliertjes

Zelfstandig naamwoord

depoelierm

  1. (beroep) een slager die zich richt op de verkoop van gevogelte (vlees van vogels), (met name kip), kalkoen en wild.
    • Het woord poelier is afgeleid van het Latijnse pullarius dat oppasser van de kippen betekent. 

Gangbaarheid

  • Het woord poelier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.