polish

Niet te verwarren met: Polish

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  polish (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɒlɪʃ/
enkelvoud meervoud
polish polishes

Zelfstandig naamwoord

polish

  1. poetsmiddel
vervoeging
onbepaalde wijs to  polish 
he/she/it  polishes 
verleden tijd  polished 
voltooid
deelwoord
 polished 
onvoltooid
deelwoord
 polishing 
gebiedende wijs  polish 

Werkwoord

polish

  1. polijsten
  2. oppoetsen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.