politieker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  politieker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·li·tie·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politieker politiekers
verkleinwoord politiekertje politiekertjes

Zelfstandig naamwoord

depolitiekerm

  1. (beroep) (politiek) politicus
Vertalingen
   1. zie: politicus   

Bijvoeglijk naamwoord

politieker

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van politiek

Gangbaarheid

  • Het woord politieker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.