porko

Esperanto

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse porcus, Oudgriekse πόρκος (pórkos)
  enkelvoud meervoud
nominatief   porko     porkoj  
accusatief   porkon     porkojn  

Zelfstandig naamwoord

porko

  1. (evenhoevigen) varken
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.