portee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  portee    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • por·tee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘draagwijdte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord portee portees
verkleinwoord porteetje porteetjes

Zelfstandig naamwoord

deporteev

  1. het belang dat iets gebeurt
  2. de draagwijdte van een kanon

Gangbaarheid

  • Het woord portee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.