présent

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  présent    (hulp, bestand)
  • IPA: /pʁe.zɑ̃/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  présent     le présent     présents     les présents  

Zelfstandig naamwoord

présent m

  1. huidige tijd
  2. (grammatica) tegenwoordige tijd
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.