prêchi-prêcha
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /pʁe.ʃi.pʁɛ.ʃa/, /pʁe.ʃi.pʁe.ʃa/
Zelfstandig naamwoord
prêchi-prêcha m
- (spreektaal) gepreek, gezeur
- «Le prêchi-prêcha anti-nucléaire interminable, ça me gonfle!»
- Het eindeloze antikernenergiegepreek, dat komt mijn neus uit! [1]
- «Le prêchi-prêcha anti-nucléaire interminable, ça me gonfle!»
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.