praise

Engels

Uitspraak
  • IPA: /preɪz/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelengelse praisen.
enkelvoud meervoud
praise praises

Zelfstandig naamwoord

praise

  1. lof
vervoeging
onbepaalde wijs to  praise 
he/she/it  praises 
verleden tijd  praised 
voltooid
deelwoord
 praised 
onvoltooid
deelwoord
 praising 
gebiedende wijs  praise 

Werkwoord

praise

  1. loven
Synoniemen
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.