precederen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  precederen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·ce·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
precederen
precedeerde
geprecedeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

precederen [3]

  1. onovergankelijk voorgaan, voorafgaan
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'precederen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.