prikstok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
Woordafbreking
  • prik·stok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prikstok prikstokken
verkleinwoord prikstokje prikstokjes

Zelfstandig naamwoord

  1. een stok met een punt om iets aan te prikken.

Gangbaarheid

  • Het woord prikstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.