prioraat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  prioraat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pri·o·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prioraat prioraten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetprioraato

  1. (religie) het ambt van een kloosteroverste; bestuur van een klooster
  2. de woning van een prior

Gangbaarheid

  • Het woord prioraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
35 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.