privé-inkomen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privé-inkomen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé-·in·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bn en inkomen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privé-inkomen | privé-inkomens |
verkleinwoord | privé-inkomentje | privé-inkomentjes |
Zelfstandig naamwoord
het privé-inkomen o
- inkomen dat men voor persoonlijke zaken kan gebruiken; inkomen dat men door persoonlijke activiteiten heeft verworven
- Naast zijn salaris had de directeur nog een privé-inkomen uit zijn privé-bedrijf.
Gangbaarheid
- Het woord privé-inkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.