privé-inkomen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  privé-inkomen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pri·vé-·in·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privé-inkomen privé-inkomens
verkleinwoord privé-inkomentje privé-inkomentjes

Zelfstandig naamwoord

hetprivé-inkomeno

  1. inkomen dat men voor persoonlijke zaken kan gebruiken; inkomen dat men door persoonlijke activiteiten heeft verworven
    • Naast zijn salaris had de directeur nog een privé-inkomen uit zijn privé-bedrijf. 

Gangbaarheid

  • Het woord privé-inkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.