propagandist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  propagandist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·pa·gan·dist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord propagandist propagandisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depropagandistm

  1. iemand die aanhangers voor een gedachtegoed probeert te winnen
    • De SBU maakte later bekend de journaliste in handen te hebben. „De Russische propagandist Koerbatova wordt onder dwang teruggestuurd naar Rusland”, zei een woordvoerster van de dienst op Facebook.[3] 
    • Een andere lijst vermeldt personen en organisaties die zich 'volksvijandig' opstellen. 'U moet hier denken aan Marxisten, feministen, homoseksualisten, kolonisatie-propagandisten, cultuurafbrekers, et cetera.' Deze lijst wordt bewust apart gehouden van de lijst met Joden. 'Van de Jood, als uitheems organisme, kunnen wij verwachten dat hij zich vijandig opstelt en zich in het openbaar, dan wel in het geniep, inspant voor het verzwakken van het gastvolk.'[4] 
Synoniemen
Hyponiemen
  • hoofdpropagandist
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van propagandiste
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord propagandist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.