propio

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /'pɾo.pjo/
Woordafbreking
  • pro·pio
enkelvoud meervoud
propio propios

Zelfstandig naamwoord

propio m

  1. bode, boodschapper, koerier
  2. gemeente-eigendom, gemeenschapsgrond, meent
Synoniemen
  enkelvoud meervoud
mannelijk propio propios
vrouwelijk propia propias

Bijvoeglijk naamwoord

propio

  1. eigen
  2. zelf
  3. typisch, kenmerkend
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.