provocateur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  provocateur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·vo·ca·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord provocateur provocateurs
verkleinwoord provocateurtje provocateurtjes

Zelfstandig naamwoord

deprovocateurm

  1. iemand die provoceert (anderen tracht te verleiden tot iets)
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord provocateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.