psyche

Niet te verwarren met: psyché

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  psyche    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • psy·che
Woordherkomst en -opbouw
  • afkomstig van het Oudgriekse ψυχή (psukhē, “geest”)
enkelvoud meervoud
naamwoord psyche psychen
psyches
psyche's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depsychev/m

  1. de menselijke ziel of geest
  2. (psychologie) de zetel van de bewustzijnsverschijnselen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord psyche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
    enkelvoud meervoud
    psyche psyches

    Zelfstandig naamwoord

    psyche

    1. (psychologie) psyche
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.